Bastiaan van de Kraats is architect en directeur bij 1meter98 architecten. Met zijn team is hij al vanaf het allereerste begin betrokken bij de herontwikkeling van de Chassékazerne in Breda. We zijn benieuwd naar zijn ervaring.
De uitdaging bij Breda Botanique ligt hem in het feit dat je van een monumentaal kazernegebouw met een gesloten karakter een levendige hotspot wil maken. Hoe doe je dat?
Het toevoegen van meerdere functies is eigenlijk de sleutel tot succes. De kunst is om er voor te zorgen dat een bonte bundeling van functies binnen het monumentale kader een samenhang hebben. De nieuw toegevoegde groene kas, de naamgever van het project, fungeert daartoe als centraal hart. De botanische kas zorgt voor verbinding en ontmoeting voor iedereen: omwonenden, bewoners, passanten, bezoekers en hotelgasten. Het complex opent zich via deze kas naar de omgeving: je kan straks vanaf de Keizerstraat door de kas naar het Chasséterrein lopen en vice versa. Of er eerst nog even je laptop open klappen of een glaasje drinken met je (nieuwe) buren.
In een monumentaal gebouw kun je natuurlijk nooit helemaal doen wat je zou willen. Is dat niet lastig bij zo’n ambitieuze opgave?
Wat voor al onze projecten eigenlijk geldt, speelt hier ook. We hebben geen blanco vel waar we op kunnen gaan schetsen. Je hebt te maken met een monumentaal complex waar in de loop van de jaren veel aan geknutseld, verbouwd en gesloopt is. We doen eerst grondig onderzoek naar de architectuurhistorische waarden van het Rijksmonument. De monumentwaarden die daaruit naar voren komen, vormen het kader voor de interventies, de ingrepen in het monument. Binnen de ruimte die er is, ontwerpen we dan nieuwe 21ste-eeuwse toevoegingen.
Kun je dat toelichten?
Het was bijvoorbeeld heel logisch dat de kas in de middelste binnentuin kwam. Daar was in het verleden een glazen trappenhuis tegen de gevel gezet. De gevel was al aangetast dus het was voor de hand liggend om op deze centrale plek iets nieuws toe te voegen met een duidelijke verbindende functie. Uitgevoerd in een kloeke boogspanten staalconstructie wat in de 19de eeuw ook al voorkwam, is het ontwerp voor de kas een knipoog naar het verleden.
Maar ook ten aanzien van de materialisatie en kleurstellingen kun je spelen met heden en verleden. Er is in het monument een duidelijke tweedeling die we in het ontwerp hebben ondersteund. Het hoofdgebouw is rijk en gedecoreerd, zowel aan de buitenzijde als in het interieur. Hier zaten de officieren en onderofficieren. De soldatenvleugels zijn veel soberder uitgevoerd. In het ontwerp materialiseren we rijker in het hoofdgebouw dan in de soldatenvleugels. Ook de kleurstelling (geïnspireerd op kleurhistorisch onderzoek) ondersteunt dit. Zo hebben we bijvoorbeeld achter de verlaagde plafonds in de entree en de gangen de originele troggewelven teruggevonden. Deze stalen balkjes met daartussenin gemetselde gewelfjes worden in ere hersteld en met een goed lichtplan mooi uitgelicht. Zo krijgt het hoofdgebouw op de begane grond een voornaam, openbaar toegankelijk karakter. Ook de prominente voorgevels krijgen hun oorspronkelijke kleurstelling terug waardoor die veel meer gaan spreken; de niet-monumentale stalen ramen uit de jaren ’60 gaan er mooi in op.
Dus eigenlijk ben je heel tevreden over het project?
Ja, dat ben ik zeker! In deze tijd van woningnood is het heel fijn dat we er in geslaagd zijn om appartementen toe te voegen in een monument, met het comfort van nu. De woningen krijgen bovendien een gezamenlijke wasruimte, fietsenstalling en twee prachtige binnentuinen waar Steven Delva aan werkt. Wat wil je nog meer! We verduurzamen het monument ook. Op de zuidelijke daken van de soldatenvleugels komen onder andere 200 zonnepanelen te liggen die niet zichtbaar zijn vanaf de straat. Onder de kap hebben we een kleinschalige stadshotel weten te ontwerpen, het stadsarchief van Breda kan terugkeren en we krijgen diverse nieuwe (horeca)functies rondom de botanische kas. Zo leeft de Chassékazerne weer helemaal op en kan het complex tevens op z’n originele manier worden beleefd door iedereen die dat maar wil.